SV | En tot hem vergaderde alle man, die benauwd was, en alle man, die een schuldeiser had, en alle man, wiens ziel bitterlijk bedroefd was, en hij werd tot overste over hen; zodat bij hem waren omtrent vierhonderd mannen. |
WLC | וַיִּֽתְקַבְּצ֣וּ אֵ֠לָיו כָּל־אִ֨ישׁ מָצֹ֜וק וְכָל־אִ֨ישׁ אֲשֶׁר־לֹ֤ו נֹשֶׁא֙ וְכָל־אִ֣ישׁ מַר־נֶ֔פֶשׁ וַיְהִ֥י עֲלֵיהֶ֖ם לְשָׂ֑ר וַיִּהְי֣וּ עִמֹּ֔ו כְּאַרְבַּ֥ע מֵאֹ֖ות אִֽישׁ׃ |
Trans. | wayyiṯəqabəṣû ’ēlāyw kāl-’îš māṣwōq wəḵāl-’îš ’ăšer-lwō nōše’ wəḵāl-’îš mar-nefeš wayəhî ‘ălêhem ləśār wayyihəyû ‘immwō kə’arəba‘ mē’wōṯ ’îš: |
En tot hem vergaderde alle man, die benauwd was, en alle man, die een schuldeiser had, en alle man, wiens ziel bitterlijk bedroefd was, en hij werd tot overste over hen; zodat bij hem waren omtrent vierhonderd mannen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En tot hem vergaderde alle man, die benauwd was, en alle man, die een schuldeiser had, en alle man, wiens ziel bitterlijk bedroefd was, en hij werd tot overste over hen; zodat bij hem waren omtrent vierhonderd mannen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!